Nieuwsarchief

Filter overzicht

Scheids (en leden), ken je spelregels! (3)

www.ojcrosmalen.nl
Tijdens wedstrijden krijgen we allemaal te maken met spelregels. Van de scheidsrechter mag verwacht worden dat hij/zij ze allemaal kent en ook juist toepast. Maar hoe zit het met de spelregelkennis van onze leden? Iedere maand presenteren we een drietal spelregelvragen aan jullie, met daaronder de antwoorden. Hiermee hopen we de spelregelkennis wat te verbeteren. Veel leesplezier en als er vragen zijn, neem dan contact op met de scheidsrechterscommissie.


1) Een verdediger speelt een directe vrije schop van buiten zijn eigen strafschopgebied terug naar zijn doelman. De doelman let niet op en de bal verdwijnt achter hem in het doel. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

a. Hij kent een doelpunt toe en laat hervatten met een aftrap na geldig doelpunt.
b. Hij kent een hoekschop toe.
c. Hij laat de directe vrije schop overnemen.
d. Hij kent een doelschop toe.


2) De doelverdediger heeft de bal in zijn bezit gekregen. Vervolgens werpt hij de bal (staande in zijn eigen strafschopgebied) opzettelijk in het gezicht van een tegenstander die zich buiten het strafschopgebied, maar binnen het speelveld bevindt. Hoe moet het spel worden hervat?

a. Met een strafschop.
b. Met een directe vrije schop buiten het strafschopgebied.
c. Met een indirecte vrije schop buiten het strafschopgebied.
d. Met een indirecte vrije schop op de plaats waar de doelverdediger stond. 


3) Uit een doelschop speelt de doelverdediger de bal rechtstreeks naar een medespeler, die zich buiten het strafschopgebied bevindt. Deze laatste wipt de bal met de voet omhoog en kopt vervolgens de bal naar zijn eigen doelverdediger, die de bal daarna met de hand(en) aanraakt. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

a. Hij laat doorspelen.
b. Hij fluit af, toont deze medespeler een gele kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de overtreding door deze speler werd begaan.
c. Hij fluit af, laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de doelverdediger de bal met de hand aanraakt.
d. Hij fluit af, toont de doelverdediger een gele kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrijeschop op de plaats waar de doelverdediger de bal met de hand raakt.

 

Scroll voor de antwoorden naar beneden.
 


















1) b. Hij kent een hoekschop toe.
2) b. Met een directe vrije schop buiten het strafschopgebied.
3) b. Hij fluit af, toont deze medespeler een gele kaart en laat het spel hervatten met een indirecte vrije schop op de plaats waar de overtreding door deze speler werd begaan.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Terug naar boven